Burgemeester C.J.M. (Kees) de Bruin, Papendrecht
paap

Postzegel

Weblog

raadsvergadering - 29-1-2009

Amper terug vanuit Maastricht gingen we over tot de raadsvergadering.

Geen overvolle agenda dit keer, maar wel een bijzonderheid: het afscheid van raadslid en fractievoorzitter van het PAB mevr. Margré van Wijngaarden.

Dat afscheid had gelukkig geen voorgeschiedenis van politieke onmin noch in de raad, noch binnen haar eigen politieke partij. Neen, er lagen persoonlijke omstandigheden aan ten grondslag, die tot een keuze in tijdsbesteding dwongen. Daar kunnen we alleen maar respect voor hebben en dat heb ik dan ook als burgemeester/voorzitter van de raad, mede namens de gehele raad, in mijn  afscheidstoespraak tot uiting gebracht. 

“ Dan zijn wij toegekomen, dames en heren, aan een extra agendapunt, zoals ik dat aan het begin van de vergadering heb aangegeven en daarvoor ga ik bij het spreekgestoelte staan.

Dat het zicht van de heer Korteland op het college wat verhinderd wordt, dat komt omdat we vanavond afscheid nemen van mevrouw Van Wijngaarden, heer Korteland  daar moet u verder geen politieke betekenis aan hechten.

Margré, dames en heren, leden van de raad. Margré van Wijngaarden heeft in de laatste periode van het jaar, bijna de laatste dag, mij gebeld en verteld: ik ga een belangwekkende brief schrijven. Zij heeft  mij ook aangegeven wat die brief ging inhouden. We hebben daar nog een heel goed gesprek over gehad. De brief betekende dat zij aangaf dat ze de raad wilde gaan verlaten. Voor velen van ons toch onverwacht maar aan de andere kant Margré van Wijngaarden blijft verrassen en dus ook op deze wijze met jouw afscheid.

Ook jouw komst, zouden we kunnen zeggen, was een verrassing, bekend in Papendrecht, veel te maken met de politiek gehad, maar niet direct in de politiek actief. Dat werd je wel en vervolgens een drie jaar later geef je aan, ik denk dat het toch goed is om te vertrekken. Je geeft ook heel typerend voor jou aan ik doe dat in een verklaring die niets aan duidelijkheid te wensen overlaat en je geeft daarin ook een aantal redenen aan.

Een drietal redenen, in volgorde van belangrijkheid. Zo heb ik dat begrepen en ook opgevat. De eerste: persoonlijke omstandigheden. En die persoonlijke omstandigheden zijn met name de gezondheid van je vader en moeder, die beiden een dagje ouder worden en dus ook meer en meer met hun gezondheid tobben. De mobiliteit laat te wensen over en je vader moest zelfs een paar weken in het ziekenhuis verblijven. Dat je dan concludeert, als dochter, ik wil toch graag mijn inzet plegen om er voor te zorgen dat mijn ouders in hun vertrouwde huis en omgeving kunnen blijven wonen en alles er aan doen om dat zo lang mogelijk te houden, dat is natuurlijk een zeer persoonlijke, ook een heel begrijpelijke afweging.

Je tweede argument was, er zijn een aantal besluiten in de raad genomen waar ik me niet helemaal mee kan verenigen en waar ik, zo vertaal ik het maar even, last van heb. Ja, zo werkt het in de politiek. Er worden besluiten genomen bij meerderheid van stemmen en soms is het wat makkelijker om je daar bij neer te leggen en soms is dat wat moeilijker. Ook dat is denk ik, een persoonlijk gegeven en een afweging die daarbij een rol speelt maar, wanneer zich dat voordoet, is het heel begrijpelijk dat je daar last van hebt.

Het derde argument was, ik loop op tegen mijn rol als raadslid en mijn voorzitterschap van een welbekende stichting hier in Papendrecht, de stichting Dorpsbehoud. En ook daar worstel ik mee. Want toen ik raadslid werd, heb ik heel nadrukkelijk gevraagd: “Kan ik die twee functies blijven verenigen, of niet?”  dat was voor jou, en ik denk dat iedereen hier aanwezig, iedereen in Papendrecht die jou kent, dat zal begrijpen, dat was voor jou een heel belangrijk criterium. Wel, die functies zijn verenigbaar, staatsrechtelijk. De wet geeft een aantal, een zeer beperkt aantal, onverenigbaarheden aan en die onverenigbaarheden zijn beperkt in aantal omdat de wetgever in een goede democratie zo min mogelijk belemmeringen wil oproepen ten aanzien van het passief kiesrecht.

Dat wil niet zeggen dat in het politiek bestuurlijke verkeer je daar vrijelijk mee kunt wisselen en dat is best wel heel lastig. Eenmaal raadslid is in ieder geval mijn opvatting dat je dat 24 uur per dag en zeven dagen in de week bent. En zeker als je dit huis binnenstapt en deze zaal, de raadzaal binnenstapt, ben je primair en boven alles raadslid. Die pet kun je niet naar believen afzetten en een andere opzetten en daar ben jij tegenaan gelopen. Dat is ook een van de redenen geweest waarom je gezegd hebt, dat wordt me teveel. Zeker omdat je je ook met verve wilt blijven inzetten voor jouw stichting.

Margré, waardering blijft voor je afwegingen, waarin niemand kan treden en ik denk ook niemand wil treden. En het zou mij, het zou ons denk ik, als ik namens de leden van de raad spreek, verbazen als je alles bij elkaar genomen andere afwegingen gemaakt zou hebben. Sterker, de afwegingen die je gemaakt hebt, die passen bij de persoon, de mens, het karakter die jij bent en zoals we jou ook kennen. Maar ook bij de politica zoals we jou kennen.

De politica Margré van Wijngaarden waar we vanavond afscheid van nemen. Wij kennen jou als iemand die vol toewijding, met hart en ziel en met betrokkenheid voor de zaak waarvoor je staat, ervoor gaat. En daarmee heb je buiten deze zaal maar ook zeker binnen deze zaal, hier in de raad veel respect afgedwongen. Respect afgedwongen door je inzet. Een ieder van ons is ervan overtuigd dat het vele, vele, zeer vele uren werk geweest zijn die je gestoken hebt in het lidmaatschap van de gemeenteraad. Respect voor die inzet.

Respect ook voor jouw open en eerlijke benadering. Je spreekt recht uit het hart. Niet altijd even helder maar het komt recht uit het hart. Je bent ook bereid om fouten toe te geven en je vecht, als naar jouw opvatting zaken verkeerd gaan. Je hebt ook een aspect van humor gebracht in de discussies, de debatten van de raad. Dat heb je op jouw geheel eigen wijze gedaan. Hoewel er ook wel eens iets van eigenwijsheid in zat. Maar altijd was je bezig om ruimte te zoeken, ruimte voor jouw opvattingen, ruimte om de inhoud zoals jij die zag naar voren te brengen.

Ook was je vaak bezig om ruimte te zoeken in de procedures die er waren en probeerde je ook wel eens de procedures de regels, en eigenlijk zijn procedures en regels niet meer dan een paar afspraken die je met elkaar maakt hoe je de dingen doet, om daar wat rek in te brengen en ze soms een beetje naar eigen hand te zetten. Juist was het misschien ook vaak de wijze waarop je dat deed en het kleurrijke, het humorvolle dat jou ook wel een beetje daarbij geholpen heeft. Ik herinner me dat we met elkaar natuurlijk een afspraak hebben om bij algemene beschouwingen ongeveer zo die tien minuten aan te houden. Dat de eerste keer dat die algemene beschouwingen gehouden werden, nadat we al een paar keer een debat in de raad gehad hadden en Margré al erg veel tijd nodig gehad had, jij daar meer dan het dubbele aan tijd voor nam en ik vanuit de raadzaal en vanachter de collegetafel voortdurend seintjes kreeg van: voorzitter, dit wordt toch te gek, dit kan toch niet, dit kunt u toch allemaal niet toestaan. Ik heb het toen bewust gewoon laten begaan. Je was ruim 22 minuten bezig. Vervolgens  hebben we geconstateerd: kijk, dat gebeurt er nou als we ons niet houden aan de afspraken die we met elkaar hebben. Dat hebben we dus één keer gedaan en doen we dus ook nooit meer. Vervolgens was je wel zo sportief om daar begrip voor te hebben. Ik dacht, zo’n beetje inschattende,dat dat ook de wijze was waarop ik dat aan jou duidelijk moest maken.

Kleurrijk, verrassend, met humor ook, op je heel specifieke eigen manier begon je al op 16 maart 2006, de installatieraad. Je had een heel mooi en lang verhaal waarin je een stukje van je eigen geschiedenis aangaf dat zo ongeveer begint in 1981. Je volgde toen veel commissie- en raadsvergaderingen. Bij het doorlezen van dat verhaal, vanmiddag, viel me nog weer eens op dat je ook toen al problemen had met de spreektijd en dat je dan ’s avonds de wethouder opbelde om wat meer ruimte te vragen. En dat die wethouder van destijds op dit moment raadslid is in deze raad, dat is wel heel toevallig. Dat jij nu weggaat, dat zal ongetwijfeld geen verband houden met het feit dat hij er in gekomen is.

Emotionele betogen ook, gaf je toen aan in die brief, en na een heel lang verhaal kwam je in 2006 terecht, waarin je zei dat het  toch eigenlijk wel een heel bijzonder moment is, die installatie, en dat was het ook. Als ik me goed herinner waren je ouders daar ook bij aanwezig. Een heel bijzonder moment dat je in 2006 na zoveel jaren actief geweest te zijn in de samenleving en die raad ontmoet te hebben, zelf geïnstalleerd werd in de gemeenteraad zonder ervaring in de politiek maar wel ervaring mèt de politiek.

Inmiddels is er wat veranderd, zijn we drie jaar verder en heb je ook ervaring met de politiek en in de politiek. Je gaf toen ook aan: ik blijf die ik ben en je verraste de leden van de raad met een mooi boekje over het Papendrechtse dialect en de zin die je aanhaalde: ‘Zolang je half ken, blijf je heel bezig.‘  Die zin die trof mij vanmiddag nog weer eens extra toen ik mij aan het voorbereiden was op dit afscheid. Ik ben ervan overtuigd dat je dat ook gedaan hebt en nog steeds doet. Maar dat je je wilt inzetten voor je ouders. Dat je het je niet kunt permitteren om een andere afweging te maken en dat je die afweging ook daadwerkelijk maakt, daar is moed voor nodig, ook lef voor nodig en die toon je door te kiezen en ook de consequenties van die keuze te aanvaarden. Ook al staat dat op gespannen voet met je uitgangspunt dat je datgene wat je begonnen bent, ook af moet maken.

Nogmaals ik denk dat ik namens alle leden van de raad spreek wanneer ik zeg dat we daar alleen maar respect voor kunnen hebben. Dat hebben wij en ik heb ook begrepen dat jouw fractie en het bestuur van jouw partij dat hebben; dat in goede orde voorzien is in opvolging en dat dat ook geregeld gaat worden.

Margré, ik wil mijn dank uitspreken voor je inzet. Die is geweldig geweest hier in de raad. We zullen nog wel eens aan je terugdenken en als we dat zelf niet doen, dan zul jij daar ongetwijfeld wel voor zorgen denk ik. Ik wil de dank onderstrepen met een gebruikelijk cadeautje dat de raadsleden krijgen wanneer zij vertrekken; een klokje. En ook dat heeft met een verhaal over Papendrecht te maken en Papendrechters die klok moeten leren kijken. Dat hoef ik jou niet te vertellen. Ik wil dat ook vergezeld doen gaan van een boekje. Op het moment dat wij bij jouw installatie een boekje krijgen over Papendrechts’ dialect, kunnen wij natuurlijk niet achter blijven dus ik heb een boekje gevonden van Henk Rijneveld over de 'marte; de beestemarte'. Dat gaat over de streektaal in de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. Dan kijken we toch nog eens eventjes over onze eigen Papendrechtse grenzen heen en we laten dat natuurlijk uiteraard ook vergezeld gaan van bos bloemen.  Hartelijk dank !   

 

Terug