Burgemeester C.J.M. (Kees) de Bruin, Papendrecht
paap

Postzegel

Weblog

afscheid van de gemeentesecretaris - 27-3-2007
Ter gelegenheid van zijn afscheid was er een receptie waarbij ik de volgende toespraak hield en Jan van de Zedde daarin typeerde en bedankte voor zijn inzet: 

Jan, jij kwam begin 2001 hier in de gemeente Papendrecht binnen als gemeentesecretaris/algemeen directeur met de opdracht onze gemeentelijke organisatie na een periode van relatieve onrust kwalitatief verder te ontwikkelen.

Met een enthousiasme, dames en heren, dat hij zijn gehele periode nooit – of in ieder geval zelden - kwijtraakte, startte Jan een zgn. kwaliteitstraject. Daarin kreeg hij de medewerkers – toch enigszins sceptisch en ‘vermoeid’ door verschillende eerdere verbetertrajecten – al vlug mee. Vele ideeën voor kleine en grote verbeteringen kwamen los en werden gebruikt om de bedrijfsvoering te verbeteren.

Ondanks het gebrek aan financiële middelen wist Jan leegloop te voorkomen, kwaliteit voor de organisatie te behouden en verbeteringen door te voeren. Door invulling te geven aan begrippen als duidelijkheid en saamhorigheid, voorkwam hij onrust en wist hij juist de rust in de organisatie te bevorderen.

Onder de noemer integraliteit werd het blikveld van medewerkers, afdelingen en organisatie verruimd. Op die manier probeert de gemeente steeds nadrukkelijker niet alleen naar eigen beleidsterreinen te kijken, maar onderwerpen in de breedte te bekijken, en daarbij het perspectief van inwoners als maatstaf voor gemeentelijk handelen te nemen.

Die houding sluit volledig aan bij de instelling, ik moet misschien zeggen levenshouding of zelfs roeping van Jan van de Zedde: hij stelt zich vóór alles dienstbaar op voor de samenleving middels zijn werk voor het openbaar bestuur. Ik herinner me, Jan, dat in de gesprekken die we samen hadden juist dat verschillende keren naar voren kwam.

Inzet en betrokkenheid, dames en heren, tekenen Jan van de Zedde. Sociaal gevoel, discipline, hart voor de zaak. Hard – maar dan met een d – is Jan zeker ook voor zichzelf. Ik weet dat serieuze rugklachten je regelmatig kwelden en pijnigden, maar dat was nooit ook maar aanleiding om niet aan het werk te gaan. Dat doorzettingsvermogen zie ik weerspiegeld in enkele andere passies van je, wandelen en fietsen. Wie bekende wielertochten – zoals Luik-Bastenaken-Luik en de Ötztaler Radmarathon met vier enorme alpenpassen volbrengt, weet wat afzien, maar ook wat doorzetten is.

In tegenstelling tot die meer individueel getinte wielersport, toon jij je echter een teamspeler. Niet het individueel maar het algemeen belang staat centraal. Vanuit die overtuiging speel je als bindend figuur een belangrijke rol in de spirit binnen teams. Overigens is Jan niet alleen gevoelig voor sfeer, hij is er van overtuigd dat positieve werkomstandigheden in het belang zijn van de organisatie en uiteindelijk de samenleving ten goede komen.

De relatie met het ambtelijk apparaat en met bestuur was dan ook altijd, bijna altijd goed. En hoewel Jan het figuur er niet naar is keihard met de vuist op tafel te slaan, liet hij altijd duidelijk merken tijdens vergaderingen wars te zijn van geneuzel, of - in zijn eigen woorden - ‘getuttel’.

Daarbij kan ik het overigens niet laten op te merken dat Jan geen enkele moeite heeft zelf een half uurtje vol te praten; je kon soms zeer omstandig uitweiden. Daar wil ik het hier nu verder niet over hebben. Wat ik wel wil doen is Jan citeren:

 “Burgemeester, ik ga u een aanbod doen, dat u eigenlijk niet kan afslaan. (…) Het aanbod dat ik u ga doen bestaat uit een ambtelijke organisatie van meer dan 250 loyale en enthousiaste medewerkers met hart voor Papendrecht. Professionele medewerkers in een organisatie in ontwikkeling, waar wij trots op kunnen zijn. Een organisatie ook, die op een aantal punten kwetsbaar is.(…) Een kwalitatief groeiende organisatie, die investeert in zijn ontwikkelingen. (…) Eigenlijk wordt het dus steeds leuker  en steeds beter in Papendrecht! (…) Wij mogen ons erin verheugen dat bestuur en organisatie op een stimulerende en inspirerende wijze samen optrekken. Elk vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid en zonder de te bereiken doelen en resultaten uit het oog te verliezen.”

Dat was dames en heren, en Jan zal het zich ongetwijfeld herinneren, een toespraak van Jan toen hij hier ongeveer een half jaar werkzaam was ( juli 2001). Daaruit spreekt, Jan, jouw insteek en inzet. Ik moest daar aan denken toen je vanuit nu geredeneerd, een viertal maanden geleden, op mijn verzoek vanuit je kennis, ervaring een “state of the union” èn tevens vooruitblik gaf op waar de organisatie zich thans bevindt en hoe die zich volgens jouw inzichten zou dienen door te ontwikkelen. Kortom door de bril van de scheidend gemeentesecretaris/algemeen directeur gezien ontstond het visiedocument “de bril”. De tijd ontbreekt me om dat hier nu verder uit te werken, maar ik zie doorlopende lijnen, resultaten en ontwikkelingen.

Een van de ontwikkelingen in de afgelopen jaren is dat je onderweg een taak bent kwijtgeraakt, die van secretaris van de raad; een gevolg van het dualisme dat in 2002 werd ingevoerd. Je betrokkenheid bij de raad bleef, hoewel het er niet altijd gemakkelijker op werd.

Ik weet dat de periode rond de voorjaarsnota  2003 je zwaar viel, niet alleen omdat een bedrag van 1,2 miljoen op organisatiekosten moest worden bezuinigd, vooral ook omdat je een gebrek aan vertrouwen voelde in jóúw organisatie. Ook toen toonde je, je ware karakter door te kiezen voor je medewerkers en gezamenlijk te knokken. De organisatie wist deze opgave eendrachtig aan te pakken, zonder dat dat ten koste ging van de sfeer en de werklust.

Dat zorgde voor hernieuwd vertrouwen, respect, nieuwe energie en nieuw elan. Je liet nog eens duidelijk zien te staan voor je personeel, door vertrouwen te geven, te geloven in de kwaliteiten van je organisatie en je volledig in te zetten om alles uit de medewerkers te halen.

Dat je met ‘jouw’ organisatie de opdracht tot een goed einde wist te brengen, zonder dat daarbij gedwongen ontslagen vielen, is nog steeds iets waarop je m.i. terecht trots bent.

Het college kreeg vanaf 2002 des te meer aandacht: van Schuddebeurs, via Hoeven, Batsheers, Brummen, Ophemert, Sliedrecht en Zwijndrecht kwamen we uiteindelijk met de Oversteek in Ede terecht. Je leverde met telkens weer nieuw elan je bijdrage, voor en achter de schermen, in breder college verband of in het overleg met ondergetekende als voorzitter van het college. Jan, een oprecht dank daarvoor. Met “de bril” bij de hand hebben we van jou visie en inzicht aangedragen gekregen, hoewel het (nog) niet geleid heeft tot een “Doorkijk”.

Bestuurders moesten wel eens veel geduld opbrengen, want hoewel je de afgelopen jaren doorgaans bovenop het werk en de ontwikkelingen zat, wordt jouw managementstijl er door gekenmerkt dat je wars van al te veel bemoeizucht bent. Je geeft medewerkers en collega-directeuren de ruimte om verantwoordelijkheid te nemen. Dat stimuleert en geeft ruimte aan creativiteit, maar duurt langer. Zo stippelden directieteam en afdelingshoofden na jouw aantreden de koers van de gemeente Papendrecht voor de komende jaren uit. Daarin werden ontwikkelingen als een veranderende samenleving, toenemende regionale samenwerking, krimpende gemeentelijke organisatie en een klantgerichtere opstelling betrokken. Het is goed om te zien dat we nu inderdaad middenin die ontwikkelingen zitten en kunnen constateren dat onze organisatie zich daarop heeft kunnen voorbereiden en instellen. En dat is zeker niet onbelangrijk, in het licht van de ontwikkelingen binnen de Drechtsteden.

Waar wij voorheen nog wel te vaak achteraan stonden in de regio, slaagden wij er in om n.a.v. het rapport van de commissie Dijkstal politiek en bestuurlijk een sprong vooruit te maken en maakte jij de organisatie bewust van de noodzaak om zich te laten zien in de regio, op te komen voor de belangen van Papendrecht. Om in wielertermen te spreken: vanuit de “sur place” werd gedemarreerd en werd het credo menigmaal: “erop en er overheen”. Dat gold voor het project manden maken, waarin een koppositie ingenomen werd. Dat gaf soms verwondering bij anderen. Dat laatste werd o.a. duidelijk bij de bestuurskrachtmeting, waar jij projectleider was: de combinatie van kritisch constructief zijn; dat je juist kritisch moest zijn t.b.v. een duurzame samenwerking werd nog niet door iedereen begrepen. Ik herinner me overigens ook goed onze gesprekken n.a.v. de Drechtsteden conferentie van Bergambacht: bestuurlijk ging het weliswaar om de positie van de burgemeester i.r.t. het nieuwe Drechtstedenbestuur; ambtelijk ging het om de positie van de secretaris/directeur en daarvan afgeleid die van de zakelijk directeur. Daarmee bevestigde jij dat de kleur geel kenmerkend is voor je managementstijl!  Vandaag de dag spelen we een goede rol in de regio en staan we daar ook veel vaker vooraan; zijn we soms zelfs koploper in de zin dat we ontsnapt zijn aan het peloton. Als ik denk aan de opzet van het SSC, dan past Papendrecht de leiderstrui: de gele trui!

Jan, jij paste in de open cultuur die onze organisatie en gemeente kenmerken en leverde hieraan op jouw manier een forse bijdrage. Ik denk dat je als zakelijk directeur van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden volledig je energie, je spirit en kwaliteiten kwijt kunt, partijen bij elkaar brengt en stimuleert om van de samenwerking een succes te maken. Ik wil je dan ook alle succes en veel voldoening op die plek toewensen; we blijven elkaar ongetwijfeld tegenkomen in de Drechtsteden.

Maar we laten je natuurlijk niet gaan zonder je uitdrukkelijk te bedanken; voor het vele dat je deed, voor je constructieve houding, voor de prettige contacten en samenwerking èn persoonlijk voor die momenten van steun, begrip en vriendschap.

Namens de gemeente mag ik je twee cadeaus overhandigen die je blijvend aan Papendrecht zullen doen denken: een met het gemeentewapen, waar je, je aan kunt laven; de ander met het logo om je inspiratie mee vast te leggen en uiteraard een bos bloemen.

Het ga je goed !

 

Terug